De catwalk van de Chanel 2015 lente collectie eind September, 2014. Foto’s werden wereldwijd verspreid van de finale waarin jonge modellen in kleurrijke broekpakken marcheerden. Cara Delevingne leidde de troep met een megafoon in handen en riep “I’m every woman”. De rest van de meisjes hielden grote borden vast met “ladies first” en “history is her story”. Een duidelijke boodschap. Er werd plaats gemaakt voor feminisme op de catwalk. Maar maakte Karl Lagerfeld enkel gebruik van deze politieke beweging om zijn kleding meer te doen verkopen?
Is feminisme nog altijd even krachtig als je het gebruikt om je afzet te doen stijgen?
Chanel was enkel de druppel die de emmer deed overlopen. Hierna gingen meerdere modemerken protest voeren via hun kleding, de modellen en de catwalk. Maria Grazia Chiuri, die vorig jaar in Oktober tot de eerste vrouwelijke creative director van Christian Dior werd bekroond, startte een rage met de slogan “we should all be feminists”. Voor de 2017 lente collectie was het t-shirt met deze simpele maar krachtige tekst erop, het stuk waar alle bloggers en beroemdheden mee gingen lopen. En wat krijg je dan? Een Instagram hype. En wat krijg je dan? Een massa trendbewuste meisjes die hun handen willen hebben op dat exacte t-shirt. Een win-win situatie voor Dior dus.
De Britse krant Daily Telegraph constateerde dat Maria hierdoor ook vrouwen bereikte die normaal niet toegankelijk zijn voor sociaal progressieve boodschappen. Feminisme dus. Maar is het niet dubbelzijdig om van een krachtig politiek standpunt een commercieel concept te maken in een sector die allesbehalve feministisch is? Eetstoornissen, verstoorde lichaamsidealen en discriminatie van uiterlijk zijn allemaal problemen die zijn voortgevloeid uit de mode-industrie. En nog altijd. Kunnen we feminisme dat wordt voortgebracht van diezelfde bedrijven nog serieus nemen? Of is het enkel een strategie om winsten te verhogen?
Ik vind dat er twee kanten zijn.
Aan de ene kant is het een stap vooruit dat feminisme steeds meer en meer aan het licht wordt gebracht. Het is nu een welgekende term en een relevant onderwerp wat ons in de richting van positieve verandering brengt. Door de boodschap te commercialiseren via kleding, maken ze het thema ook meer toegankelijk. Hier verdienen ze toevallig ook wel wat royalties mee. Maar mensen staan niet meer op springen telkens dat het woord “feminisme” in de conversatie wordt verwerkt. Je kan erover praten met de mensen rondom jou. En dat is toch al iets. Het probleem wordt aan het licht gebracht en dat is stap één naar gelijkstelling tussen man en vrouw.
Het nadeel hiervan is dat de boodschap erachter wordt verwaarloosd. Feminisme is nu niet enkel een progressief politiek standpunt maar ook een tekst dat op elke t-shirt, trui of jas wordt gedrukt. De betekenis en kracht achter het woord gaat verloren door het normaliseren van het onderwerp. Alsof je er ongevoelig aan wordt. Als wij nu een dakloze zien op straat hoe reageren we dan? Amper. Omdat we bijna elke dag iemand zien die op straat woont. Dit is ook het geval wanneer de modesector gebruik maakt van feminisme om op een “trend” in te spelen. Het raakt ons niet evenveel meer als het zou gedaan hebben zouden we het niet op elke hoek van een winkelstraat tegenkomen. Het probleem wordt hierdoor genormaliseerd en het wordt niet even ernstig genomen als wat nodig is.
But, you be the judge.
Commercialiseren van feminisme leidt tot normalisering van een maatschappelijk probleem of het leidt tot dat het juist meer gezien wordt en besproken?