Uit de kast komen

Written By The School of Marketing

Hoeveel 15-jarige meisjes met een blauwe jeans en adidas-sneakers kom je tegen als je op de Meir wandelt? Heel erg veel. Mijn mama heeft mij vanaf kinds af aan al ‘hippe’ kleren laten dragen en daar ben ik haar zeer dankbaar voor. Ik ben door de tijd heen mijn eigen stijl beginnen ontwikkelen. Ik probeer graag nieuwe dingen uit en probeer enkele (persoonlijke) grenzen te verleggen. Wie had 5 jaar geleden gedacht dat ‘see-through’-blousjes maatschappelijk aanvaard zouden zijn? Met die trend was ik 1 van de eerste in mijn vriendengroep die het uitprobeerde. Blijkbaar met succes als ik nu naar mijn vriendinnen kijk.

Tegenwoordig hoor ik ook vaak: ‘jongens vinden zo’n losse/gekleurde broeken niet mooi’. Dat geeft mij redenen meer om het wel aan te doen. Ik draag wat ik wil voor mezelf en al zeker niet voor jongens/andere mensen.

 

Wat ik leuk vind aan mode is dat je kan zijn wie je wilt zijn. Sommige dagen wil ik mijn hoogste hakken aandoen en een stijlvol kleed. Andere dagen geniet ik van een losse kleurrijke broek of zelfs een broek met vlammen en sneakers. Ik hou ervan om te wisselen tussen verschillende stijlen.

Mijn favoriete kledingmerk is Sandro. Ik ken het door mijn mama en het is echt volledig mijn ding. Hedendaagse kleding tot avondkledij, Sandro heeft het allemaal. Ik denk dat tot 65% van mijn kleerkast bestaat uit het merk.

Ik heb het altijd heel jammer gevonden dat ik niet kon tekenen. Een carrière in de modewereld sprak mij volledig aan. Zelfs als kind was ik kleding aan het tekenen op papier voor popjes.

 

Als ik één advies mag geven zou het zijn dat iedereen zichzelf moet zijn. Iedereen zou ‘uit de kast moeten komen’ en hun persoonlijkheid uiten via hun kledij. Karakter tonen, stijlen uitproberen en kleren dragen die het best bij jezelf passen en niet bij wat de menigte draagt.